Overheid faalt in aanpak schijnzelfstandigheid. Wat betekent dit voor jouw bedrijf?
De Belastingdienst is dit jaar gestart met strengere controles op schijnzelfstandigheid, maar bij de overheid zelf heerst chaos op dit thema. Uit onderzoek van BNR blijkt dat geen enkel ministerie inzicht heeft in hoeveel zelfstandigen er werken die eigenlijk als werknemer aangemerkt zouden moeten worden.
Ondanks dat de ministeries beloven in het eerste kwartaal van 2025 onderzoek te doen naar schijnzelfstandigheid, zijn ze feitelijk al te laat: de Belastingdienst is deze maand begonnen met handhaven. Het ministerie van Financiën liet zelfs weten dat het de eventuele boetes voor onderaannemers uit eigen zak zal betalen, wat vragen oproept over het beleid.
Volgens Cristel van de Ven, voorzitter van de Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN), schept de overheid hiermee een slecht precedent. ‘Als zelfs ministeries geen duidelijkheid hebben over hun zzp’ers, hoe moeten bedrijven zich dan aan de regels houden?’
Ondertussen blijft de onzekerheid onder ondernemers en opdrachtgevers groot, vooral nu naheffingen op loonbelasting dreigen als er niet aan de Wet DBA wordt voldaan.
Leestip: Schijnzelfstandigheid in 2025. Wat kun je als ondernemer verwachten?
Advies van De Zaak: zowel zzp’ers als opdrachtgevers doen er verstandig aan om: 1. niet in paniek te raken en 2. alert te blijven op mogelijke schijnzelfstandigheid. Controleer of samenwerkingen voldoen aan de regels en leg de afspraken goed vast. Gebruik hierbij tools zoals de Scan Schijnzelfstandigheid of vraag professioneel advies. Kom je als zzp’er uiteindelijk tot de conclusie dat je beter kunt stoppen met je bedrijf? Zorg dan dat je alles rondom het ondernemerschap goed afrondt.
Maak niet dezelfde fout als deze ondernemer: incomplete rittenregistratie kost je geld
Rijd je een auto van de zaak en wil je de bijtelling vermijden? Dan moet je met een sluitende rittenregistratie kunnen aantonen dat je niet meer dan 500 privékilometers per jaar rijdt. Alleen de privéritten bijhouden is niet voldoende – álle gereden kilometers moeten correct worden geregistreerd.
Dat ondervond een directeur-grootaandeelhouder (dga) op pijnlijke wijze. Hij reed in een Bentley Bentayga en een Audi R8 Coupé en dacht de auto’s zonder bijtelling te kunnen rijden door slechts zijn privéritten vast te leggen.
Maar de Belastingdienst oordeelde dat dat niet in de haak was. De zakelijke kilometers ontbraken volledig in de administratie, waardoor niet kon worden vastgesteld of hij onder de 500-kilometergrens bleef.
Ook klopte zijn rittenregistratie niet met een snelheidsovertreding die met een van de auto’s was begaan. Het gevolg? Een naheffing voor bijtelling op beide auto’s. De rechter gaf de Belastingdienst gelijk: een incomplete rittenregistratie is niet betrouwbaar, en zonder sluitend bewijs geldt automatisch de bijtelling.
Advies van De Zaak: wil je bijtelling voorkomen? Zorg dan voor een volledige en foutloze rittenregistratie waarin zowel privé- als zakelijke ritten staan vermeld. Gebruik hiervoor een betrouwbare ritregistratietool of een goedgekeurd GPS-systeem. Controleer regelmatig of alle gegevens kloppen, zodat je bij een controle van de Belastingdienst geen onaangename verrassingen krijgt.
Ben jij op de hoogte van deze btw-wijzigingen in 2025?
Ook in 2025 zijn er weer nieuwe regels rondom de btw waar ondernemers rekening mee moeten houden. De belangrijkste wijzigingen hebben impact op de suppletieaangifte, de kleineondernemersregeling (KOR) en internationale btw-regelgeving. Dit zijn de veranderingen op een rij:
1. Striktere deadline voor suppletieaangifte
Fouten in je btw-aangifte? Dan moet je deze corrigeren via een suppletieaangifte. Tot nu toe gold de regel dat je correcties ‘zo snel mogelijk’ moest doorgeven. Vanaf 2025 is die termijn concreet: binnen acht weken. Wacht je te lang, dan riskeer je een boete.
2. KOR flexibeler: makkelijker in- en uitstappen
De kleineondernemersregeling (KOR) is soepeler geworden. Tot nu toe zat je er na aanmelding drie jaar aan vast. Vanaf 2025 kun je per aangiftetijdvak uitstappen, waardoor je sneller kunt switchen als je situatie verandert.
Ook de wachttijd om opnieuw deel te nemen is verkort: je hoeft nu alleen het lopende én het volgende kalenderjaar te wachten. Daarnaast is er een internationale KOR, waarmee je de vrijstelling ook kunt toepassen in andere EU-landen (als je totale omzet onder de € 100.000 blijft).
3. Nieuwe btw-regels voor digitale diensten
Verkoop je online trainingen, digitale evenementen of sportlessen binnen de EU? Dan moet je vanaf 2025 btw afdragen in het land waar de afnemer woont. Voor zakelijke klanten geldt de verleggingsregeling, maar voor particulieren moet je de lokale btw-tarieven hanteren.
4. Andere wijzigingen die je moet kennen
- Margeregeling afgeschaft: handel je in kunst, antiek of verzamelobjecten? De aanvullende margeregeling is verdwenen. Dit betekent dat je voortaan btw betaalt over de volledige verkoopprijs in plaats van alleen over de winstmarge.
- Nieuwe regels voor servicekosten bij verhuur: als je onroerend goed verhuurt en servicekosten berekent, zijn de btw-regels verduidelijkt. Afhankelijk van de situatie, zijn er twee opties: 1. je moet servicekosten apart op de factuur met btw vermelden. 2. de servicekosten vallen onder de vrijgestelde verhuur.
- Btw-verhoging op agrarische producten: voor bepaalde goederen, zoals stro, vlas en wol, is het btw-tarief verhoogd van 9 naar 21 procent.
Advies van De Zaak: de btw-wijzigingen kunnen direct invloed hebben op je administratie en prijsstelling. Overleg met je boekhouder of fiscalist om zeker te weten dat je btw-administratie up-to-date is. Zo voorkom je verrassingen en blijf je voldoen aan de nieuwste regelgeving.
Waarom hoge looneisen het mkb bedreigen
De discussie over loonsverhogingen laait weer op. Terwijl werkgevers en economen waarschuwen voor de impact van forse loonstijgingen op inflatie en concurrentiekracht, houdt vakbond FNV vast aan een looneis van 7 procent. Volgens de vakbond is er nog steeds voldoende ruimte, ook bij het mkb.
Uit een nieuw rapport van FNV blijkt dat de winst van het bedrijfsleven in Nederland tijdens de inflatieperiode veel harder steeg dan in andere Europese landen. Ook mkb-bedrijven zagen hun winsten tussen 2019 en 2022 flink toenemen, aldus de vakbond. FNV betoogt dat de lonen in veel sectoren minder hard zijn gestegen dan de bedrijfswinsten en ziet daarom ruimte voor hogere lonen.
Werkgevers en De Nederlandsche Bank (DNB) zijn het hier niet mee eens. Zij waarschuwen dat te hoge loonsverhogingen inflatie verder aanjagen en de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven kunnen schaden. Voor het mkb, waar de marges vaak kleiner zijn dan bij grote bedrijven, kan dit extra druk zetten op de bedrijfsvoering.
Advies van De Zaak: zeker bij kleine bedrijven zorgt de sterke loonstijging voor uitdagingen, omdat deze kosten vaak niet volledig aan klanten kunnen worden doorberekend. Toch is het in deze krappe arbeidsmarkt vaak nodig om salarissen te verhogen. Daarom is het extra belangrijk om een goed loonhuis op te zetten, waarin je kosten en baten helder naast elkaar zet.