De meeste verplaatsingen doen we om te gaan winkelen of voor sportieve of culturele hobby’s. Koning auto blijft met 57 procent de populairste, maar zijn aandeel duikt voor het eerst onder de 60 procent. In 2019 was de wagen nog goed voor 65 procent van alle verplaatsingen.
We wandelen ook meer. Zo’n 17 procent van alle verplaatsingen doen we te voet. Openbaar vervoer is alsmaar minder geliefd: amper 4 procent van alle Vlamingen maakt gebruik van trein, tram of bus. Voor de coronacrisis was dat nog 7 procent.
Ook voor woon-werkverkeer blijft de auto voor 6 op de 10 werknemers het belangrijkste vervoersmiddel, maar toch neemt 22 procent liever de fiets naar het werk. De gemiddelde afstand die we bereid zijn om te fietsen is in tien jaar tijd ook verdubbeld van 4 naar 8 kilometer. Daar heeft de populariteit van elektrische fietsen ongetwijfeld mee te maken.
Scholieren verplaatsen zich op een duurzame manier met de fiets (31 procent), te voet (19 procent) of met het openbaar vervoer (17 procent).